‘Kijk, de vrouw van hoe
heet die lange knappe christen… Arie! Zij heeft ook haar huis helemaal in die
stijl ingericht.’ Ik kijk.
‘Oh ja,’ zeg ik.
‘Ja, en kijk, deze influenzer, die heeft ook allemaal van die lapjes en die
kleuren en dat spul, zie je hoe leuk?’ Ik kijk. ‘Ze draagt ook van die soort
leuke jurken. Zie!’
‘Oh ja, leuk,’ zeg ik. ‘Daar houd ik ook van, van die jurken.’
‘Die van jou zijn anders.’
‘Maar mijn huis lijkt daar eigenlijk ook wel op, zo met die kleuren. Die stijl,’
probeer ik.
‘Nee. Zó ouderwets. Pff.’