Donker buiten

‘Donker buiten,’ zegt de kleine meid. Ze eet haar bosbessen en wijst, zegt het met volle mond nog een keer. ‘Donker buiten.’ En dan: ‘Hoor je ook?’ Eén kleine wijsvinger omhoog. Daar rommelt iets op zolder. Ik knik.
‘Ja hoor.’

Daar zitten we dan. Was het ooit warmer, knusser, veiliger in de keuken met de lamp aan?
‘Mama werken,’ zegt ze. Ik knik.
‘Ja, mama komt straks.’
‘Papa werken.’
‘Ja, papa komt vanavond weer thuis.’
‘Opa werken.’
‘Opa is buiten, hij komt zo.’
‘Opa grasmaaien? Leuk.’ Ik zwijg en knik en kijk hoe ze haar bosbessen eet. Bosbessen zo groot als pruimen, grapte ik eerder. ‘Nee bosbes,’ zei ze toen. Gedecideerd.

Als je nog geen twee bent kun je toch gedecideerd zijn. Zeker.
‘Donker buiten,’ zegt ze weer. Ik knik.
‘Ja lieverd, het is al donker buiten.’

Geef een reactie