Woorden wervelen door mijn kop
Links, rechts, boven- en onderop
Fladderend als vlinderspreeuwen
Schreeuwen ze schor
Galmend in koor, als van kozakken
Of breekbaar, teer als fruitboomtakken
Tegelijk en door elkaar
Liefde, lust
Waar, niet waar
Lust, verlangen
Mijn schedel is binnenin dik behangen
Met woorden, het cirkelen moe
De leegte in de brij neemt toe
In gedachten leun ik tegen die wand
Een vers vol woorden in elke hand
Ogen gesloten, ademhaling stil
Zijn dit de woorden die ik wil?
Ik vorm ze, kneed ze
Ik zie ze, weet ze!
Bloedrood
Ik hou van jou