We kenden elkaar al langer, digitaal, toen we voor het eerst afspraken. Voor een reisje naar Antwerpen, waar we een prijs in ontvangst namen. We maakten er meteen een logeerpartij van, die we inluidden met een lunch bij jou thuis. We aten verse boterhammetjes met kaas, van antieke bordjes. In de kamer aan de voorkant, waar het zonnetje door het glas in lood scheen. We namen er een kopje soep bij. De houten vloer kraakte, als we er overheen liepen naar je kleine bibliotheek. Dit is nu zestien jaar geleden. En jij dacht dat ik dat kon vergeten?